Ik ontmoette ze tijdens mijn werk in de huisartsenzorg. Zij was een mooie, sterke vrouw. Had altijd hard gewerkt en haar kinderen met “rust, reinheid en regelmaat” grootgebracht. En was zijn steun en toeverlaat.
Hij was een gevoelige man en kwam regelmatig, op klompen, op het spreekuur. Vaak alleen om even een praatje te maken en gerustgesteld te worden.
En toen werd zij terminaal ziek.
Vanaf dat moment vroeg hij geregeld of ik even bij ze thuis wilde komen. Medisch gezien kon ik weinig meer doen, maar ik was er gewoon even. En merkte, dat ze niet met elkaar praatten; althans, niet over wat eigenlijk nog gezegd ‘moest’ worden. Hij schoot direct vol, zij hield het af.
Het is lang geleden, maar ik herinner me dat ik iets heb gezegd als ‘jullie liefde is zo zichtbaar. Hou elkaar vast, probeer te praten. Geloof me; het brengt jullie alleen maar dichter bij elkaar.’
Enige weken later werd ik met naam en toenaam op de rouwkaart bedankt. Echt, voor mijn gevoel had ik niets bijzonders gedaan.
Voor veel mensen is praten over hun (naderend) afscheid moeilijk. Als uitvaartbegeleider ga ik ook met mensen in gesprek, vóór het overlijden. Hoe diep zo’n gesprek moet gaan? Dat bepaal ik niet, maar dat loopt vaak vanzelf.
Jan vond het heel belangrijk zelf de kist uit te kiezen. Dat ging gepaard met tranen. Toen de keuze was gemaakt, flapte ik eruit: ‘en nu doen we dit rotboek weg, en gaan we het even over iets anders hebben’. Hij pakte mijn hand en we moesten allebei lachen. ‘s Avonds kreeg ik een appje van de dochter, dat het gesprek rust had gebracht en fijn was geweest.
Praten over afscheid, van je ouders, jezelf, je naasten; ik help je graag het aan te gaan. Mijn boekje ‘afscheidswensen’ kan een hulpmiddel zijn. Voor zowel het boekje als een afspraak kun je me, vrijblijvend en kosteloos, bellen of benaderen via de contactpagina.