Poppenkast…

Moet dat, die poppenkast?

De zoon kijkt mij bijna verschrikt aan, als ik vraag of de familie het op prijs stelt als ik voor de rouwwagen uit de straat uitloop. ‘Ma heeft maar een half jaar op deze plek gewoond, en ze had het nog niet naar haar zin ook. De Koningslaan, dát was 44 jaar ons thuis’.

‘Vind je het dan een idee, om via de Koningslaan naar het crematorium te rijden?’. Hij schiet vol. ‘Heel graag’.

Ik hoor mensen vaak vragen ‘moet dat?’ of ‘hoe hoort het?’. Bang om het ‘fout’ te doen of, nog erger, gebaseerd op een nare herinnering waarbij niet vooraf werd overlegd en ze werden overvallen door wat ‘hoorde’. Het zijn niet zelden de eerste verhalen die ik hoor.  

Wel of niet voorlopen, crematorium of kroeg, cake of kaviaar, Bach of BLØF, er is geen goed of fout.   

‘En wanneer ga jij dan zo’n zoet gedicht voorlezen, want dat doen uitvaartondernemers toch altijd?’ werd mij vorige week tijdens het bespreken van de afscheidsbijeenkomst gevraagd. ‘Peter, ik zeg helemaal niets wat jullie niet willen. Sterker nog, als jullie zelf het welkomst- en dankwoord willen doen, juich ik dat alleen maar toe. Het is jullie afscheid’. Opluchting alom.

Ik begeleid, luister, denk mee, benoem mogelijkheden, maar laat vooral de familie zelf spreken. En is het wel passend… dan loop ik met liefde voor!